De manier waarop we wonen, ondergaat ingrijpende veranderingen. Als je woonplannen koestert, loont het zeker de moeite om twee keer na te denken en je specifieke situatie en mogelijkheden goed in kaart te brengen, met oog voor de toekomst en vanuit het besef dat wonen altijd een persoonlijk verhaal blijft. Beleef tijdens Mijn Thuis Op Maat ‘live’ hoe we in de toekomst zullen wonen: hieronder lichten we alvast een tipje van de sluier op.
Wat is er aan de hand?
De woningmarkt wordt beïnvloed en gestuurd door meerdere factoren die onderling met elkaar vervlochten zijn. De bevolkingsaangroei, de migratie, de vergrijzing, de gezinsverdunning, het groeiend aantal singles en het fenomeen van de nieuw samengestelde gezinnen waarvan het aantal gezinsleden van week tot week kan verschillen, vergen een ander soort woningen die bij voorkeur compact en flexibel invulbaar zijn. Om dat waar te maken, voldoen de typisch Vlaamse verkavelingen en lintbebouwing niet langer. Zij gaan immers gepaard met veel te zware investeringen in onder andere nutsleidingen en afvalwaterbeheer.

KLADWERK architectuur © Nick Verbeeck
Vrijstaande woningen nemen meer ruimte in beslag, verbruiken meer energie en de verspreide bebouwing maakt de verkeersknoop nog complexer. De toenemende verharding leidt tot problemen van wateroverlast en drinkwaterschaarste. Parallel daaraan zijn onze oude leef- en mobiliteitsgewoonten niet langer houdbaar omwille van de klimaatverandering, de dreigende schaarste aan grondstoffen en de slinkende biodiversiteit en vrije natuur. Om de opwarming van onze aarde binnen leefbare grenzen te houden, moeten we ons gebruik van fossiele brandstoffen verminderen en evolueren naar een klimaatneutrale manier om te bouwen en renoveren, te wonen en ons te verplaatsen, te werken en te ontspannen.
Ruimte moet meer rente opbrengen
De Vlaamse overheid tracht een antwoord te bieden op al deze uitdagingen. Voorbeelden daarvan zijn de energiewetgeving als je bouwt of renoveert. Relatief nieuw is het streven naar circulair bouwen, waarin materialen op een kwalitatief herbruikbare manier worden toegepast. Verder wil de Vlaamse overheid het wonen concentreren in gebieden waar voldoende voorzieningen en een mix van vervoersmogelijkheden voorhanden zijn. Zo zet ze in op het behoud van de resterende open ruimte die hard nodig is in functie van biodiversiteit, luchtkwaliteit, voedselvoorziening, ontspanning en zo meer. Onder het motto "meer doen met minder ruimte" wil Vlaanderen geleidelijk steeds minder nieuwe vrije ruimte aansnijden, zodat we vanaf 2040 geen extra open ruimte meer innemen voor wonen, werken, leren, winkelen of andere activiteiten.
Hoe doen we dat?
Op welk ruimtelijk spaarboekje kunnen we inzetten om een hoger rendement te halen? Er bestaan diverse benaderingen. Een eerste mogelijkheid is hergebruik. De meest voor de hand liggende oplossing voor de particuliere bouwer is de koopwoning op een goed gelegen plek. Het gros van de koopwoningen is aan renovatie toe. Als je een oude woning die niet te renoveren valt, sloopt en herbouwt, kun je een extra financieel duwtje in de rug krijgen.
Hergebruik kan ook de vorm aannemen van reconversie. Een school wordt bijvoorbeeld omgevormd tot een woongebouw voor meerdere gezinnen. Een voormalig atelier krijgt een gecombineerde woon- en werkfunctie. Industriële sites worden gesaneerd en ontwikkeld tot gemengde complexen met woningen, werkplekken, winkels, een kinderdagverblijf of andere functies. Kerken en kloosters krijgen een nieuwe functie. In nagenoeg elke Vlaamse stad van enige omvang zijn daar vandaag voorbeelden van te vinden.

Studio Anja Vissers - © Beeldcollectief
Een andere manier om ruimte meer te doen opbrengen, is inbreiding. In kernen waar de nodige voorzieningen en mobiliteitsoplossingen voorhanden zijn, kan de dichtheid van bebouwing worden opgedreven door inbreidingsprojecten. Uiteraard moet daarbij de leefomgevings- en woonkwaliteit scherp worden bewaakt. We denken dan aan voldoende privacy, een goed akoestisch comfort, voldoende uitzicht en daglicht, aangenaam groen in de onmiddellijke nabijheid. Inbreiding gebeurt op slimme locaties zoals in steden en dorpskernen en levert, als het goed doordacht gebeurt, voordelen op zowel voor bewoners als de omgeving.
Zoals we al aangaven, is inbreiding een vorm van verdichting. Verdichten is ook mogelijk door woningen te stapelen of door te grote woningen op te delen in meerdere woonunits.
Nieuwe woonvormen
Een andere evolutie is dat collectieve woonoplossingen steeds meer ingang vinden. Een vertrouwd voorbeeld is de kangoeroewoning, waarin twee gezinnen (vaak twee generaties) samen maar toch apart onder één dak leven en zorg dragen voor elkaar. Een minimale collectiviteit voor hal, lift, circulatie en structuur vinden we in appartementsgebouwen, of woonprojecten waarbij de tuin of de parking gedeeld worden. Als we aan een meer doorgedreven collectiviteit denken, komen we vanzelf terecht bij cohousing. In dat concept neemt een groep geïnteresseerden het initiatief om te bouwen of renoveren en naast een individuele woonunit ook ruimtes en infrastructuur te delen. Deze laatste kunnen allerlei functies omvatten: parkeerruimte, een elektrische deelauto met laadpaal, een (speel)tuin, een wasruimte, een eet- en feestzaal, een logeerkamer, een atelier. Collectief wonen biedt in theorie ook mogelijkheden om installaties (bv. waterbeheer, verwarming) te delen, waardoor klimaatvriendelijke en duurzame oplossingen financieel haalbaar worden. Desgewenst kunnen de bewoners afspreken dat ze elkaar occasioneel helpen, bv. voor zorg, kinderopvang of andere praktische zaken.

Naast bovenstaande formules bestaan er tal van andere oplossingen, bv. leefgroepen voor ouderen, oplossingen voor mensen met een beperking, meergeneratiewoningen waarin verschillende generaties een gebouw delen. Ook voor de betaalbaarheid zijn er alternatieven zoals community land trust, een formule waarin de grond eigendom blijft van de organisatie en de deelnemers via een systeem van erfpacht over een woning kunnen beschikken.
Denk vooruit
Je ziet, er is heel wat om over na te denken. De plek waar je woont en de mensen die je daar omringen, hebben immers een grote impact op je levenskwaliteit en op je toekomstige woonkost. Vandaag een bewuste keuze maken kan ontgoochelingen achteraf helpen voorkomen.
Door Colette Demil en Staf Bellens.

DMOA architecten
BENIEUWD NAAR MEER STERKE VOORBEELDEN?
Het Departement Omgeving van de Vlaamse Overheid verzamelde enkele knappe ruimtelijke projecten op haar website. Met concrete en alledaagse voorbeelden rond ruimtelijk rendement biedt de Vlaamse Overheid inspiratie en een houvast om op een vernieuwende manier met bouwen en ruimtelijk rendement om te gaan. Ontdek hier alle voorbeeldprojecten.
NOG VRAGEN OVER DE BOUWSHIFT?
Voor concrete vragen over je renovatie en stedenbouwkundige vergunning: contacteer je gemeente. Voor vragen over het beleid rond de bouwshift en ruimtelijk rendement: stel hier je vraag.
VIDEO: WAAROM RUIMTELIJK RENDEMENT RENDEERT

Dit artikel verschijnt in het kader van het project Ruimtelijk Rendement dat gesubsidieerd wordt door het Departement Omgeving van de Vlaamse Overheid